Honden uit het buitenland
U staat op het punt een goede daad te verrichten. U wilt een hond adopteren uit Spanje of een ander Zuid- of Oost-Europees land. Dat is fantastisch en nobel. Vaak zijn deze honden uit het buitenland gezond verklaard.
Maar de hond kan toch iets onder de leden hebben! Ook als de hond al enkele jaren in Nederland is, kunnen sommige ziekten uit het Middellandse zeegebied of Oost-Europa de kop op steken. Soms met ernstige gevolgen.
Zelf een hond meenemen uit het buitenland
Als u een hond vanuit een EU land wilt meenemen naar Nederland, dient u aan een aantal voorwaarden te voldoen:
- De hond met een Europees paspoort hebben (verkrijgbaar via de dierenarts).
- De hond moet gechipt zijn (bij dieren die bewijsbaar voor 3 juli 2011 zijn getatoeëerd, en waarvan de tatoeage goed leesbaar is, is de chip niet verplicht).
- De hond moet gevaccineerd zijn tegen rabiës (hondsdolheid).
Omdat pups op zijn vroegst op 3 maanden leeftijd gevaccineerd mogen worden tegen hondsdolheid en pas 3 weken later de grens over mogen, kunt u een pup van minder dan 15 weken niet meenemen naar Nederland.
- U mag alleen een hond nemen als u de eigenaar bent.
- U mag maximaal 5 dieren meenemen.
Als u niet voldoet aan deze eisen, dient u contact op te nemen met de NVWA.
Als u zich niet aan de regels houdt, kan de hond in beslag genomen worden, in quarantaine worden geplaats en in het ergste geval worden afgemaakt.
Een hond uit het buitenland via een stichting
Honden die door een stichting uit het buitenland zijn meegenomen zijn ter plekke gezond verklaard. Vaak wordt een bloedtest gedaan op de ziekten die hieronder genoemd worden. Helaas zijn deze testen regelmatig vals-negatief.
Vergelijk het met een AIDS test. Na besmetting duurt het enkele maanden voordat je zeker weet of je seronegatief of seropositief bent.
Uw gezonde adoptie hond kan in Nederland dus alsnog ziek worden van de volgende ziekten:
Leishmaniose
Honden die besmet zijn met Leishmania kunnen na enkele maanden tot meerdere jaren huidklachten, nierproblemen en algemenere problemen als afvallen gaan vertonen.
De ziekte is vaak goed te behandelen, maar niet te genezen. Een behandeling is daarom alleen nodig als er een duidelijke klinische indicatie voor is. Een positieve Leishmania-test is onvoldoende reden om een behandeling te starten.
Uiteindelijk zullen de meeste besmette honden aan de gevolgen van Leishmania overlijden.
Het kan meer dan een jaar duren voordat een besmette hond seropositief wordt. Een PCR van de lymfeknopen en/of beenmerg is vaak eerder positief. Een hond die in het land van herkomst negatief getest is op Leishmania, kan later (in Nederland) alsnog positief testen.
Lees verder bij Leishmaniose
Ehrlichiose
Honden die besmet worden met Ehrlichia Canis worden vaak acuut ziek en hebben hoge koorts. Dit wordt acute Ehrlichiose (karpattenziekte) genoemd. Met een goede behandeling zullen veel van deze dieren genezen. Bij een bloedtest zullen deze honden positief testen.
Helaas kunnen deze dieren tot meer dan 7 jaar later nogmaals ziek worden van de parasiet. Dit wordt chronische Ehrlichiose genoemd.
Rhipicephalus sanguineus (de teek die Ehrlichia en Babesia overbrengt) is vooral een Zuid-Europese teek (veel voorkomend onder de rode lijn, tekening ESCCAP)
Honden kunnen jaren lang rondlopen met Ehrlichia zonder dat u dit weet. Als er klinische verschijnselen optreden kan een hond met chronische Ehrlichiose plots ernstig ziek worden (bijvoorbeeld ernstig gaan bloeden) en snel overlijden. Door tijdig in te grijpen, en de hond wederom te behandelen, kunnen we dit voorkomen.
Bij gezonde honden die ooit acute Ehrlichiose hebben gehad, is het raadzaam om te blijven controleren op chronische Ehrlichiose.
Lees verder bij Ehrlichiose
Babesiose
Babesia geeft voornamelijk acute klachten (koorts, bloed plassen en bloedarmoede), al worden chronische immuungemedieerde ziekten soms in verband gebracht met deze parasiet.
De parasiet wordt door dezelfde teek als Ehrlichia overgebracht.
Lees verder bij Babesiose
Hepatozoon
Hepatozoon is een ééncellige parasiet (protozo) die honden ziek kan maken. De parasiet komt voor in de zuidelijke landen in Europa. De hond kan besmet raken door een besmette teek op te eten. Honden bijten of likken in hun vacht en kunnen zo een teek binnenkrijgen. In Nederland komt de ziekte alleen voor bij honden die in warme landen zijn geweest.
Hepatozoon vormt geen groot probleem: we komen de ziekte weinig tegen, zelfs bij honden die mee geweest zijn op vakantie naar de Middellandse zee.
Lees verder bij Hepatozoon
Hartworm
Hartworm kan ernstige hartfalen veroorzaken. Een bloedtest wordt pas 6-8 maanden na besmetting positief. De wormen zijn dan al volwassen en kunnen al klinische problemen geven.
Hartworm (Dirofilaria immitis) komt voor in de bruine gebieden (tekening ESCCAP)
Hartworm wordt in Nederland zelden gevonden, dit in tegenstelling met parasieten als Leishmania, Ehrlichia en Babesia.
Lees verder bij hartworm
Brucellose
Brucellose is een ernstige bacteriële infectie die hond en mens kan besmetten (zoönose). Omdat de bacterie, ook na behandeling, langdurig in het lichaam blijft, en opnieuw problemen kan geven of anderen kan besmetten is het een aangifteplichtige ziekte.
De bacterie tast bij vooral de voorplantingsorganen aan, maar kan ook ontstekingen elders in het lichaam geven.
De bacterie komt in verschillende Europese landen voor. In Nederland werden in 2017 meerdere honden uit Roemenië en Bulgarije geïmporteerd die deze bacterie bij zich droegen.
Lees verder bij Brucellose
Hond meenemen uit ander EU land
De meeste adoptiehonden in Nederland komen uit Spanje.
Zoals u kunt zien aan de kaarten, geldt de bovenstaande tekst ook voor honden uit andere EU landen als Portugal, Italië, Slovenië, Kroatië, Bulgarije, Roemenië en Griekenland.
Hond meenemen van buiten de EU
Als u een hond wilt meenemen van buiten de EU, zult u altijd contact moeten opnemen met de NVWA.