Atenolol
Atenolol wordt veel voorgeschreven bij katten met HCM (hypertrofische cardiomyopathie, een hartspierziekte waarbij de hartspier te dik is). Ook bij katten met een te hard werkende schildklier wordt dit medicijn soms gegeven.
Bij honden wordt dit medicijn voorgeschreven bij ziekten Aorta- of Pulmonalisstenose.
Atenolol wordt gebruikt bij hartpatiënten
Atenolol is een bètablokker. Dit soort medicijnen zorgt ervoor dat het stresshormoon adrenaline minder effect heeft op het lichaam. Het medicijn verlaagt de hartfrequentie, de bloeddruk en maakt dieren minder stressgevoelig en verlaagd de kans op hartritmestoornissen.
Gebruik bij schildklierproblemen
Atenolol kan bij schildklierpatiënten de hartslag en bloeddruk verlagen. Het middel is echter niet geschikt als monotherapie, er moet nog een andere behandeling bij.
Effectievere behandelingen zijn dan ook:
- Radioactief jodium
- Felimazole
- Een operatie
- Eten zonder jodium (Hill’s Y/D®)
Voor het verlagen van de bloeddruk wordt amlodipine (Amodip®) als het meest effectieve medicijn beschouwd. Bij onvoldoende werking van de amlodipine kan toevoeging van andere medicatie zoals atenolol uitkomst bieden.
Gebruik bij HCM
Atenolol wordt van oudsher toegevoegd aan de medicatie bij katten met HCM. Het medicijn is bedoeld om het hart minder gevoelig te maken voor hartritmestoornissen en de kans op het plotseling overlijden van de kat te minimaliseren.
Onderzoeken van Fox (2003)en Schober (2013) hebben aangetoond, dat het toevoegen van dit medicijn aan klinisch gezonde katten met HCM geen zin heeft.
Wij schrijven dit medicijn alleen voor als er sprake is van levensbedreigende hartritmestoornissen. Of als de hartslag, thuis en in rust, extreem hoog is.