Chemotherapie bij honden en katten
Chemotherapie kan worden voorgeschreven bij honden en katten met een levensbedreigende aandoening die gevoelig is voor deze medicijnen. Dit kan chemotherapie bij kanker zijn, maar ook cytostatica bij andere aandoeningen.
Het doel van de behandeling is om de dieren een (vrijwel) normaal leven te laten leiden. Als dit het geval is, is het tweede doel om dit zo lang mogelijk te laten duren. Alles draait bij onze huisdieren om kwaliteit van leven: we willen dat ze zich niet ziek voelen van de ziekte, maar ook niet van de behandeling.
Omdat aan het gebruik van chemotherapiemiddelen (cytostatica) risico’s kleven, adviseren wij deze middelen alleen als er een reële kans op succes is.
Chemotherapie bij kanker, enkele voorbeelden:
- De meeste dieren die wij behandelen met chemotherapie hebben maligne lymfoom. De ziekte komt veel voor en reageert over het algemeen zeer goed op de behandeling.
- Leukemie komt minder vaak voor. Er moet onderscheid gemaakt worden tussen acute of chronische leukemie, waarbij behandeling vaak alleen bij chronische leukemie aanslaat.
- Niet-operabele mastocytomen kunnen soms zeer goed reageren op chemotherapie, waarna ze soms wel chirurgisch verwijderd kunnen worden. Soms is een nabehandeling geadviseerd na verwijdering van het mastocytoom.
- Dieren met een milttumor (haemangiosarcoom) of botkanker (osteosarcoom) kunnen na het verwijderen van de zichtbare tumoren worden behandeld met chemotherapie. Omdat onzichtbare uitzaaiingen dan minder snel groeien, leeft het dier langer.
Cytostatica bij ontstekingen
Ernstige auto-immuunziekten worden soms ook behandeld met cytostatica.
De bijwerkingen van de cytostatica zijn in die gevallen geringer dan de bijwerkingen van prednison. De dosering prednison bij deze patiënt kan worden verlaagd door het gebruik van cytostatica.
We noemen dit het prednison-sparende effect van cytostatica.
De werking van chemotherapie
Cytostatica worden gebruikt voor twee doelen:
- Zorgen dat het dier zich niet meer ziek voelt en normaal kan eten, drinken, spelen en rennen
- Zorgen dat het dier zich zo lang mogelijk goed voelt
Cytocastica remmen de celdeling. Snel groeiende kankercellen gaan daardoor dood. Het aantal kankercellen kan zover afnemen dat ze bij lichamelijk en aanvullend onderzoek niet meer te vinden zijn (maligne lymfoom, leukemie, mastocytoom). In de meeste gevallen remmen de stoffen de groei van uitzaaiingen die nog niet zichtbaar zijn (hemangiosarcoom en osteosarcoom).
De bijwerkingen van chemotherapie
Net als alle andere medicijnen hebben cytostatica naast een goede werking ook bijwerkingen.
De gebruikte protocollen zijn zo samengesteld dat we de kans op bijwerkingen minimaliseren. In minder dan 5% van de patiënt treden, in de loop van de behandeling, bijwerkingen op waardoor we de behandeling moeten aanpassen of staken.
95% van de dieren heeft geen (noemenswaarde) bijwerkingen.
Bijwerkingen die kunnen optreden zijn: verlies van snorharen (kat), obstipatie, misselijkheid, braken of diarree, beenmergdepressie, blaasontsteking, schade aan het hart, een minder mooie vacht, haarverlies of kaalheid (minder dan wat we kennen van mensen die met chemotherapie worden behandeld). Ook kan een dier allergisch worden voor de gebruikte medicijnen.
Als een hond met mitoxantrone wordt behandeld kan tijdelijk blauwverkleuring van oogwit, urine en eventueel huid optreden. Dit is niet ernstig en gaat vanzelf weg.
In de meeste gevallen zijn de bijwerkingen mild en verdwijnen ze weer na het stoppen van de medicijnen. Soms is tijdelijk ondersteunende behandeling nodig.
Als we merken dat uw huisdier wel bijwerkingen ervaart, zal de behandeling hierop aangepast worden. Dit kan betekenen dat de dosis van het chemomiddel verlaagd wordt of dat tijdelijk ondersteunende medicatie, zoals misselijkheidsremmers of diarreeremmers, gegeven worden.
Collies, Australische herders, Australian cattle dogs en honden van verwante rassen kunnen overgevoelig zijn voor bepaalde chemomiddelen. Lees verder bij MDR1 mutatie.
Geneest een dier door gebruik van chemotherapie?
Sommige dieren die behandeld worden met chemotherapie genezen. Dit gebeurt regelmatig bij katten met maligne lymfoom in de neuskeelholte.
In de meeste andere gevallen zal de kanker na verloop van tijd echter terugkomen. Alle kankercellen die gevoelig waren voor het gebruikte middel zijn dan gedood. De cellen die ongevoelig waren voor het gebruikte middel, hebben de behandeling overleefd en groeien uit tot nieuwe gezwellen.
Hoeveel behandelingen heeft mijn hond of kat nodig?
Het aantal behandelingen is afhankelijk van de tumor, het gekozen cytostaticum en de diersoort.
Ook de reactie van de tumor op de behandeling is van belang. Hoewel we geprotocolleerd werken, kunnen we op elk moment besluiten de behandeling te veranderen.
De meest gebruikte medicijnen
- L-Asparaginase is een enzym dat wordt gemaakt door een bacterie (E Coli). Het enzym breekt L-asparagine af. Dit is voor sommige tumorcellen een essentieel aminozuur. Dit remt de groei van deze tumorcellen. Dit wordt specifiek alleen gebruikt voor lymfoom en eventueel leukemie. Het kan afzonderlijk of samen met andere medicijnen gegeven worden.
- Vincristine en Vinblastine worden gemaakt uit een kamerplant: de roze maagdenpalm (Catharanthus roseus; oude naam: Vinca rosea). Beide stoffen remmen de aanmaak van draadjes die bij de celdeling het DNA naar de nieuwe cel trekken. Vincristine wordt veel gebruikt voor lymfoom. Vinblastine kan gebruikt worden voor mastocytomen.
- Leukeran® en Endoxan®: maken extra verbindingen binnen het DNA van de patiënt. Beide stoffen worden bij kanker en bij auto-immuunziekten voorgeschreven.
- Adriamycine (Doxorubicine) wordt gemaakt door de bacterie Streptomyces peucetius. De stof vervormt het DNA. Adriamycine gebruikt worden bij hemangiosarcoom of als onderdeel van een protocol voor lymfoom.
- Mitoxantrone is vergelijkbaar met doxorubicine, en kan soms ter vervanging gebruikt worden. Het wordt vooral ingezet bij blaaskanker en anaalzaktumoren.
Uw eigen gezondheid
Mensen die zelf behandeld worden met chemotherapie wordt aangeraden maatregelen te nemen om zwangerschap te voorkomen. Ze moeten rekening houden met bijwerkingen als onvruchtbaarheid en kunnen in <0,01% tot 0,1% van de gevallen ook kanker krijgen van de genoemde medicijnen.
Bijna alle middelen die we uw huisdier voorschrijven, kunnen worden uitgescheiden via het speeksel, de urine of ontlasting. Als uw huisdier u likt, of als u uw hond of kat aait en daarna uw handen niet wast, kunt u de stoffen in kleine hoeveelheden binnen krijgen.
Om te voorkomen dat u de stoffen binnenkrijgt, raden wij u aan om goed op uw hygiëne te letten. Onze assistentes leggen u tijdens het consult uit wat dit betekent voor de omgang met uw hond of kat.
We raden het gebruik van cytostatica af bij eigenaren die zwanger willen worden, bij vrouwen die al zwanger zijn en als er kinderen in huis zijn. L-Asparaginase is hierop een uitzondering, dit geven we in deze omstandigheid wel.
Wij nemen extra maatregelen om blootstelling te verkleinen, dit betekent dat eigenaren in de meeste gevallen niet aanwezig zijn bij het toedienen van de medicatie. Het medisch personeel draagt bescherming om blootstelling te vermijden.
Uit: richtlijnen Ecvim-ca en ACVIM consensus
Wettelijke regeling
Cytostatica zijn in Nederland niet geregistreerd voor gebruik bij dieren. Het gebruik ervan bij dieren is toegestaan op grond van de vrijstellingsregeling artikel 2 van de Diergeneesmiddelenwet in verband met een medische noodzaak en het ontbreken van een veterinair geregistreerd alternatief.