Digoxine
Digoxine is een medicijn dat wij voorschrijven met name bij honden met atriumfibrillatie (een bepaalde hartritmestoornis). De dosering luistert nauw, en daarom meten we de hoeveelheid digoxine in het bloed via een digoxine bepaling. We controleren of uw hond niet teveel of te weinig digoxine krijgt middels deze digoxine bepaling.
Digoxine wordt 2 – 3 keer per dag gegeven, met of zonder eten. Het medicijn moet nauwkeurig gedoseerd worden en de dosering kan voor iedere hond anders zijn: de ene hond van 20 kg heeft meer nodig dan de andere met hetzelfde gewicht).
- Als digoxine te laag gedoseerd wordt, daalt de hartslag onvoldoende.
- Als digoxine te hoog gedoseerd wordt, wordt de hond sloom, misselijk, krijgt hij een slechte eetlust en kan hij hartritmestoornissen krijgen. Deze bijwerkingen treden vaak 3 tot 5 dagen na het starten van de medicatie op.
- De dosering wordt beïnvloed door de lever- en nierfunctie.
- De dosering moet op basis van lichamelijk- en bloedonderzoek en soms een ECG worden bijgesteld.
We testen of de digoxine waarde niet te hoog of niet te laag is. We noemen dit: of de spiegel binnen het therapeutisch gebied ligt. De bloedafname moet plaatsvinden minstens 8 uur na het geven van het laatste tablet digoxine. De ochtend van het controle bezoek, moet u dan ook even geen digoxine geven. De andere hartmedicijnen kunt u wel geven. Die hebben geen invloed op de test. We bepalen de digoxine spiegel niet eerder dan 10 dagen na starten of veranderen van de digoxine-behandeling.
