Laxeren voor een dikke darm onderzoek (coloscopie)

Voor inwendig onderzoek van de maag en darmen zijn idealiter geen voedselresten/ontlasting aanwezig zijn. Deze belemmeren het zicht en maken daarom het onderzoek lastiger tot onmogelijk.

Na 24 uur vasten zijn, over het algemeen, de maag en de dunne darm leeg. De dikke darm blijft na vasten echter gevuld met ontlasting. Vasten alleen is dus niet voldoende voor een onderzoek van de dikke darm (coloscopie). In de meeste gevallen wordt er daarom voor gekozen om ook laxeermiddel toe te dienen.

Voorafgaand aan inwendig onderzoek van de dikke darm, moet de hond een darmwasmiddel krijgen

Hieronder volgen de instructies voor het laxeren van uw hond

We beseffen dat deze instructies zeer belastend zijn voor u en uw hond. Dit is de reden dat we deze pas geven als we zeker weten dat er een coloscopie moet plaatsvinden. Bij nogal wat honden die aanvankelijk bij ons aangeboden werden voor coloscopie, bleek op een andere manier de diagnose gesteld te kunnen worden (dunne darmscopie, echografisch onderzoek of rectaal onderzoek). Over het algemeen betekent dit dat we adviseren eerst op consult te komen, omdat dit niet telefonisch in te schatten is.

Instructies

• 48 uur voor de afspraak mag uw hond niet meer eten, wel drinken (tot 2 uur voor de afspraak)
• 24 uur voor de afspraak dient u te starten met het laxeren van uw hond. Hiervoor moet u darmwasmiddel hebben. Dit medicijn is verkrijgbaar via de humane apotheek of bij het Medisch Centrum voor Dieren
• De dosering hangt af van het merk laxeermiddel:
  • Colofort/ Macrogol: de inhoud van 1 zakje oplossen in 1 liter lauw water. Gebruik 1 liter per 15–20 kg lichaamsgewicht. De oplossing mag ook met vegetarische bouillon worden aangemaakt; laag zout gehalte.
• Voor de hond:
  • Laxeermiddel: het is belangrijk dat de hond de vloeistof zelf drinkt. In GEEN geval mag de vloeistof geforceerd in worden gegeven i.v.m. verslik gevaar met een mogelijk levensbedreigende longontsteking tot gevolg.
  • Wanneer de hond de vloeistof niet zelfstandig drinkt wordt gekozen om het middel veelal NIET toe te dienen ondanks dat dit het onderzoek kan benadelen. In overleg kan worden gekozen om het middel middels een neussonde toe te dienen tijdens een dag-opname bij onze kliniek.
  • Start 24 uur voor de afspraak met het laxeermiddel. Iedere 10–15 minuten +/- 250 ml, totdat oplossing op is. De totale dosis binnen 1-2 uur ingeven. Tijdens de behandelkuur mag de hond aanvullend zelf water drinken.
  • De eerste zes uur na toedienen de hond ieder uur uitlaten.
  • Van dit middel krijgt uw hond veel dunne ontlasting. Uw hond moet dus de middag en avond na het toedienen de mogelijkheid hebben om naar buiten te gaan als hij/zij wil of u moet de hond vaak uitlaten.
  • Mocht er weinig ontlasting komen, dan nog kan een coloscopie onderzoek vaak gewoon doorgang vinden. De dikke darm is namelijk veel eenvoudiger uit te spoelen als u het laxeermiddel heeft toegediend.
  • Als het op geen enkele manier lukt om het vocht toe te dienen neem dan contact op met onze afdeling Interne.
• Voor de kat:
  • 24 uur tot voor de gastro-/colocopie mag geen eten meer worden gegeven. Water mag tot 2 uur voor de afspraak.
  • Katten hoeven niet gelaxeerd te worden.

De kleine lettertjes, uit de bijsluiter van darmwasmiddelen voor de hond:

• Niet gebruiken
  Bij (vermoeden van) obstructie of perforatie van de darm, maagledigingsstoornissen, maagdarmzweren, levensbedreigende ontstekingen of tumoren van het darmkanaal, ernstige hartproblemen, ernstige uitdroging, nierziekte, stilliggende darmen.
• Bijwerkingen
  Meest komt voor: buikpijn, dosisafhankelijke diarree en misselijkheid/braken. Allergische reacties door de macrogol zijn bij mensen geconstateerd.
• Wisselwerking met andere middelen
  De opname van gelijktijdig ingenomen geneesmiddelen kan ernstig worden verstoord.
• Waarschuwingen, voorzorgsmaatregelen, gebruik tijdens dracht en melkgift
  Macrogol wordt in geringe mate tot niet vanuit de darm opgenomen. Over het gebruik tijdens dracht bestaan onvoldoende gegevens om de mogelijke schadelijkheid te beoordelen. Het gehalte aan elektrolyten (zouten) in de colonlavagemiddelen is zodanig dat in principe geen verstoring van de elektrolytenbalans is te verwachten tussen darm en plasma. Bij verstoring van de elektrolytenbalans (bv. bij optreden van oedeem, kortademigheid, toegenomen vermoeidheid, uitdroging, hartfalen) het gebruik direct staken. Voorzichtigheid is geboden bij een slechte hoestreflex, slokdarmproblemen, ontstoken endeldarm, zwakke algemene toestand en bij verminderd bewustzijn.