Plaveiselcelcarcinoom bij de kat
Het plaveiselcelcarcinoom is een bij de kat relatief veel voorkomende huidtumor, die vooral op de witte en dun behaarde huid ontstaat. Operatief wegnemen is de meest betrouwbare behandeling en de beste manier om deze vorm van huidkanker te voorkomen is zonlicht te vermijden. Er bestaat ook een minder kwaadaardige vorm van plaveiselcelcarcinoom, deze heet carcinoma in situ. Als er twijfels zijn over kleine wondjes die niet zelf genezen, neem dan altijd contact op met de dierenarts.
Plaveiselcelcarcinoom: wie, wat, waar?
Een plaveiselcelcarcinoom is één van de meest voorkomende vormen van huidkanker bij de kat. Het is een tumor van de bovenste laag van de huid (epidermis) en de haarzakjes. De tumor wordt het meest gezien bij katten met een leeftijd van 9 tot 14 jaar en komt zowel bij poezen als katers van alle rassen voor.
Plaveiselcelcarcinomen worden vooral aangetroffen op de kop; zoals de neus, oogleden en oren. Op de lip zien we ze minder vaak. Langdurige blootstelling aan de zon heeft invloed op de ontwikkeling van de tumor. Daarom zien we de tumoren op plekken waar de huid weinig tot geen pigment bevat of dunbehaard is. Witte katten hebben bijvoorbeeld 13x meer kans op deze tumor dan katten met een andere vachtkleur. Daarbij maakt het niet uit of de katten kortharig of langharig zijn. De Siamees heeft door zijn vachtkleur juist minder kans op deze vorm van huidkanker.
Diagnostiek
Huidtumoren kunnen op verschillende manieren tot uiting komen. Meestal denken we bij huidkanker aan bultjes die langzaam of snel groeien. Maar huidkanker kan zich ook op een andere manier laten zien. Een plaveiselcelcarcinoom ziet er namelijk vaak uit als een infectie of een wond die maar niet geneest. Het begint met kaalheid en/of korstjes en de wondjes genezen niet en breiden zich verder uit.
Plaveiselcelcarcinoom aan beide oren
Door middel van een huidbiopt kan aangetoond worden of er sprake is van een tumor of niet. Hierbij wordt een klein stukje van het afwijkende weefsel weggehaald en door een patholoog onderzocht.
Behandeling
Bij plaveiselcelcarcinomen zien we zelden uitzaaiingen en de tumor groeit langzaam. Toch is het wel belangrijk om een behandeling in te stellen. Als de tumor niet wordt behandeld dan zullen de plekjes groeien en ontaarden in pijnlijke ontstekingen en niet-helende wonden. De behandeling is het meest succesvol als de plekken nog klein zijn en het is dus heel belangrijk om er op tijd bij te zijn.
De behandeling richt zich specifiek op de plekken waar de tumor aanwezig is. Meestal kiezen we voor chirurgie, omdat dit het beste resultaat geeft. Dit betekent dat vaak een deel van de oorschelp of neus operatief verwijderd moet worden.
Na de operatie
Als chirurgie niet mogelijk is zijn er nog andere behandelingsmogelijkheden:
- Cryotherapie waarbij de tumorcellen worden bevroren,
- Radiotherapie of bestraling, waarbij gebruik wordt gemaakt van ioniserende straling.
- Photodynamische therapie waarbij een lichtgevoelige stof (fotosensitiser) op de huid wordt aangebracht en wordt blootgesteld aan zichtbaar licht.
- Chemotherapie waarbij het middel in de tumor zelf wordt aangebracht.
- Deze behandelingen worden in Nederland niet veel toegepast.
Preventie
Om te voorkomen dat katten een plaveiselcelcarcinoom krijgen, moet zonlicht zoveel mogelijk worden vermeden. De kat kan het best binnen blijven tussen 12.00 en 16.00 uur. Maar ook achter glas worden niet alle UV stralen geblokkeerd, dus katten die graag achter het raam op de vensterbank liggen hebben een verhoogd risico. Het is aan te raden om dunbehaarde delen van de huid met een zonnebrandcrème in te smeren. Een speciale zonnebrandcrème voor dieren is dan de beste optie, omdat zonnebrandcrème voor mensen te veel zink bevat. Ook dit blijft natuurlijk een uitdaging omdat katten de crème er vaak af willen likken of poetsen.
Plaveiselcelcarcinoom in situ
Naast het plaveiselcelcarcinoom komt ook het plaveiselcelcarcinoom in situ voor. Deze aandoening wordt ook wel de ziekte van Bowen genoemd. Het verschil met een gewoon plaveiselcelcarcinoom is dat deze tumor oppervlakkiger is, en niet door de onderste laag van de huid (basaalmembraan) heen breekt.
We zien dit vooral bij katten met een gemiddelde leeftijd van 12 jaar. In tegenstelling tot het plaveiselcelcarcinoom, heeft zonlicht bij deze aandoening geen invloed. Carcinoma in situ kan ook op behaarde plekken en een gepigmenteerde huid optreden.
Kleine plekjes kunnen over het hele lichaam ontstaan en vooral op de kop, de nek, de romp, de buik en bovenzijde van de ledematen. De plekjes zijn donker van kleur, kunnen korstjes en zweren bevatten en ze bloeden snel. Ook bij deze aandoening is het belangrijk dat het weefsel wordt onderzocht door een patholoog.
Chirurgie kan een oplossing bieden, maar vaak ontstaan weer nieuwe plekjes op andere plaatsen van het lichaam. Bij mensen wordt deze aandoening behandeld met chemotherapie door een crème (Imiquimod) op de plekjes aan te brengen. Dit is bij katten ook mogelijk maar praktisch gezien vaak nauwelijks uit te voeren omdat ze de medicatie oplikken.