Week van de teek – casus Babesia

Kort na een vakantie in Noordoost Frankrijk werd Lucio plots ziek. Hij was apathisch, plaste donkere urine, had bleekgele slijmvliezen en koorts. Hij bleek in Frankrijk onder de teken te zitten. Bloedonderzoek wees op een ernstige bloedarmoede en een tekort aan bloedplaatjes en witte bloedcellen. Dankzij de internist van dienst, die Babesia in een bloeduitstrijkje zag, startten we met een behandeling. De eerste twee dagen waren ontzettend spannend of hij het ging halen. Vanaf de derde dag begon hij op te leven en begonnen zijn bloedwaardes te verbeteren. Na enkele weken kon hij  het veld weer onveilig maken.

Babesia is een protozoa. Dit is een parasiet van de rode bloedcellen. Er zijn grote (o.a. B. canis) en kleine (o.a. B. gibsoni) soorten. Ze worden overgebracht door teken die in het grootste deel van Europa voorkomen, vooral in Zuid- en Centraal Europa.

Symptomen kunnen al optreden binnen één tot drie weken na een tekenbeet. Naast de klachten zoals we die bij Lucio zagen, kan ook nierfalen optreden. Acute ziekte kan overlijden tot gevolg hebben. Bij chronische ziekte zien we een hond met verminderde conditie, terugkerende koorts, spier- en gewrichtsontsteking en bloedarmoede. De diagnose wordt gesteld met bloedonderzoek. Behandeling bestaat uit een injectie met imidocarb (Carbesia) met twee weken tussentijd. 

Lees meer over Babesia 

De parasieten (het paartje "peren" wat je in de rode bloedcel ziet)

Andere tekenziektes

Naast Babesia kunnen teken ook andere infecties overbrengen zoals Ehrlichia en Anaplasma phagocytophilium.

Ehrlichiosis komt wereldwijd voor. Op de Antillen wordt het Karpattenziekte (Karpatten=teken) genoemd en is daar de meest voorkomende infectie bij de hond. In Europa zien we het meestal in Zuid- en Oost Europa. Deze bacterie besmet witte bloedcellen. Het uit zich vaak in koorts, slechte eetlust, sloomheid en vergrote lymfeknopen. In chronische gevallen zorgen lage aantallen bloedplaatjes voor spontane puntbloedingen en zien we ook andere klachten zoals gewrichtsontsteking.

Behandeling bestaat uit doxycycline en soms aanvullend prednisolon of infuustherapie. Ehrlichiosis kan zich in het lichaam verbergen en pas jaren later voor klachten zorgen. Een broertje van de Ehrlichia die we ook in Nederland tegenkomen is Anaplasma phagocytophilium. Infectie met deze bacterie verloopt vaker symptoomloos of geeft slechts vage klachten.

Zowel Babesia als Ehrlichia worden sporadisch bij de kat gevonden maar het is nog niet bekend hoe ziek ze er van kunnen worden.

Preventie tegen tekenziekten

De basis van de preventie bestaat uit een goede bescherming tegen teken. Dit kan met verschillende middelen: spot-on formules, tabletten en halsband. Op de ESCCAP website kun je alle middelen terugvinden die in de Benelux voor hond en kat geregistreerd zijn. Klik hier voor alle geregistreerde middelen. 

Huisdieren regelmatig controleren op de aanwezigheid van teken vooral als ze in bosachtige omgevingen, hoog gras en heide zijn geweest. Met extra aandacht voor oren, nek, huidplooien, liezen en oksels. Verwijder teken met een speciale tekentang. Geen boter, olie of alcohol op de teek aanbrengen. Teken kunnen binnenshuis afvallen en zo een andere hond infecteren.

Bepaalde teken kunnen zelfs in Nederland bij gunstige weersomstandigheden van februari tot december actief zijn. Honden en katten met een verhoogd risico (bijvoorbeeld jachthonden) ook in de herfst en wintermaanden behandelen.

De injectie tegen Babesia kan preventief gebruikt worden. Eén enkele injectie kan mogelijk bescherming geven gedurende één maand. Aangezien de Babesia parasiet door teken wordt overgebracht, is een bestrijding van teken belangrijk.