10 misverstanden over voedselallergie
Er is bijna geen onderwerp waar zoveel misverstanden over zijn als over voedselallergie. Hier vind u de 10 misverstanden over voedselallergie die wij het meest horen.
1. Mijn dier kan geen voedselallergie hebben, want ik geef hem een voer zonder granen.
Honden en katten zijn meestal allergisch voor dierlijke eiwitten. Slechts een minderheid is allergisch voor plantaardige eiwitten (meestal gaat het dan om tarwe). Als je denkt dat je dier allergisch is, zal het dus waarschijnlijk helemaal niks uitmaken als je hem een voer zonder granen geeft.
2. Mijn dier kan geen voedselallergie hebben, want ik geef hem glutenvrij voer.
Hiervoor geldt hetzelfde als voor plantaardige eiwitten: glutenallergie komt bij honden en katten weinig voor. Sterker nog, glutenallergie en tarweallergie zijn eigenlijk hetzelfde. Glutenallergie wordt vaak verward met glutenintolerantie (dit heet bij mensen coeliakie en is een auto–immuunziekte die o.a. zeer heftige maagdarmproblemen veroorzaakt) en glutensensitiviteit (dit is een verzamelnaam voor een scala aan vage (maagdarm)klachten die een relatie met het eten van gluten lijken te hebben). Een aan coeliakie verwante ziekte komt bij honden heel zelden voor, en wat betreft glutensensitiviteit bij honden blijft het gissen. Al met al lijken gluten bij dieren niet echt veel problemen te veroorzaken, maar omdat gluten nou eenmaal in het verdomhoekje zitten, maken veel voederproducenten een glutenvrij voer.
3. Mijn dier kan geen voedselallergie hebben, want ik geef hem uitsluitend vers vlees
Als je allergisch bent voor bijvoorbeeld rundereiwit (het meest voorkomende voedselallergeen bij honden), dan maakt het niet uit of je dit eiwit rauw, gekookt of in een brok binnen krijgt. Vers vlees voeren beschermt dus niet tegen voedselallergie. Dit staat los van de discussie of vers vlees wel of niet beter is dan ander voer.
4. Mijn dier kan geen voedselallergie hebben, want hij krijgt altijd een natuurlijk voer.
“Natuurlijk” is een term die veel voederproducenten graag gebruiken, want het klinkt heel goed. Maar wat betekent het? De term “natuurlijk” is niet beschermd, dus iedereen kan het zeggen (en doet dat dus ook). Maar of je nou wel of niet graag natuurlijk voert: als je hond of kat allergisch is voor rundereiwit, dan maakt het helemaal niet uit hoe natuurlijk het is. Al zou je dier zelf een koe vangen en oppeuzelen, dan nog zou hij er jeuk of diarree van krijgen.
5. Mijn dier kan geen voedselallergie hebben, want ik geef hem altijd een voer van goede kwaliteit.
Ook in voer van goede kwaliteit zit rundereiwit, zuivel, kippeneiwit… Daar is helemaal niks mis mee, maar als je dier er niet tegen kan, zal hij toch klachten krijgen.
6. Mijn dier kan geen voedselallergie hebben, want hij krijgt altijd hetzelfde voer.
Voedselallergie ontwikkel je op een voedselbestanddeel dat het lichaam (lees: immuunsysteem) al kent. Het is niet voor niks dat rundvlees het meest voorkomende voedselallergeen bij de hond is. Dat komt omdat in de meeste hondenvoeders rundvlees verwerkt is. Dus altijd hetzelfde voer geven beschermt niet tegen voedselallergie.
7. Mijn dier kan geen voedselallergie hebben, want ik ben al een paar keer van voer veranderd en het hielp niet.
De meeste voeders bevatten gewone eiwitten als rund en kip. Ook als er op de verpakking staat: “met lam” of “met konijn” kunnen deze eiwitten er in kleine hoeveelheden in zitten. Als de klachten niet minder worden na een voederwisseling, zegt dat dus niets over een eventuele voedselallergie.
8. Mijn dier kan geen voedselallergie hebben, want ik heb hem een hypoallergeen voer gegeven en dat hielp niet.
Hypoallergene voeders zijn precies datgene wat de naam zegt. Hypoallergeen betekent letterlijk: laag allergeen. Dus niet: niet-allergeen. Dat betekent dat er altijd een kans is dat je hond of kat toch allergisch reageert op dit voer. Hoe groot die kans is, hangt mede af van de samenstelling en de kwaliteit van het voer. Daarom kun je dus nooit met zekerheid zeggen dat je dier geen voedselallergie heeft, als hij van zo’n dieet niet opknapt.
9. Mijn dier is allergisch voor allerlei voedingsmiddelen, dat is uit (bloed)onderzoek gebleken.
Tot nu toe is er nog geen enkele betrouwbare bloedtest waarmee kan worden vastgesteld of een hond of kat voedselallergie heeft en zo ja, voor welke voedingsmiddelen hij gevoelig is. Ditzelfde geldt voor testen waarbij je haar moet opsturen. De enige betrouwbare methode is een eliminatiedieet.
10. Mijn dier heeft voedselallergie, dus hij moet een eiwitvrij of eiwitarm dieet krijgen.
Een dier dat voedselallergie heeft, is overgevoelig voor één of enkele soorten eiwitten, niet voor alle eiwitten. Honden en katten hebben eiwitten nodig om goed te kunnen functioneren. En dat is geen enkel probleem, ook niet bij voedselallergie, zolang ze maar niet die soort eiwitten krijgen waar ze niet tegen kunnen.
Dit waren de 10 misverstanden over voedselallergie die wij het meest horen. Op de volgende pagina’s lees je meer over voedselallergie bij dieren met huidproblemen of maagdarmklachten.