Antitrombine eiwit, antithrombine of AT-III
De antitrombinetest meet de hoeveelheid antitrombine in bloed. Antitrombine is een eiwit dat een belangrijke rol speelt in het bloedstollingsmechanisme. De rol van antitrombine is het voorkomen van overmatige stolling. Antitrombine remt enkele andere stollingsfactoren, met name trombine, maar ook de stollingsfactoren X, IX, XI, XII.
Als er niet voldoende antitrombine wordt aangemaakt tijdens de stolling, wordt overmatige stolling onvoldoende geremd waardoor de kans op het ontstaan van ongewenste bloedstolsels toeneemt. Deze stolsels kunnen leiden tot infarcten, longembolie of trombose.
Wanneer wordt een antitrombinetest gedaan?
De dierenarts vraagt de antitrombinetest aan om de oorzaak van bv longembolie of hersenbloeding te onderzoeken. Ook wordt de test gedaan bij honden met veel eiwitverlies via de nieren (ziektes van de nierfiltertjes, protein loosing nefropathie). Honden die veel eiwitten uitplassen, kunnen ook veel antitrombine verliezen.
Wat betekent de uitslag?
- Normaal:
- Als bij een hond of kat met verhoogde stollingsneiging de uitslag van de antitrombinetest normaal is, betekent dit dat er een andere verklaring moet zijn voor de afwijking.
- Verlaagd:
- Ook al bij een lichte verlaging van antitrombine bestaat er een verhoogde kans op een overmatige stolling. Een verlaging kan optreden door verminderde aanmaak (leverziekte), verhoogd verlies (eiwitverlies via urine) of verhoogd verbruik (stolselvorming in longen) van antitrombine.
