Epilepsie: de vooruitzichten
Veel dieren met epilepsie hebben buiten de aanvallen om een normaal en goed leven. Met een behandeling kan het aantal aanvallen worden teruggebracht en de ernst van de aanval worden beteugeld. In sommige gevallen is een behandeling zelfs niet nodig. De prognose verschilt dan ook per individu.
Er zijn gevallen bekend waarbij honden in hun hele leven maar één of twee epilepsieaanvallen krijgen.
Sommige dieren hebben onvoldoende profijt van epilepsie medicijnen, of hebben veel last van de bijwerkingen van de medicijnen. Bij deze honden is het soms mogelijk om van medicijnen te veranderen of de medicijnen te combineren.
Bij enkele dieren lukt het niet om het dier een goed leven te geven en is euthanasie nodig om verder lijden te voorkomen.
Prognose van primaire epilepsie
Bij primaire epilepsie is, ook na volledig onderzoek, de oorzaak van de epilepsie onbekend. De oorzaak kan dus niet worden weggenomen of behandeld.
Als een hond of kat last heeft van primaire epilepsie, en afwachten (niet-behandelen) is geen optie zal gestart worden met medicijnen om het aantal aanvallen te verminderen.
Als een dier last van cluster-epilepsie (meerdere aanvallen die elkaar opvolgen) of als aanvallen eerder te lang duurden (status epilepticus), zal de dierenarts zich richten op het minder ernstig maken van een volgende aanval.
Hoewel het doel van de behandeling kan zijn dat het dier geen aanvallen meer heeft, kan het dier door een verhoging van de medicijnen soms te veel bijwerkingen krijgen.
De prognose van epilepsie verschilt per ras en individu
Bij de erfelijke vorm hangt de prognose ook samen met het ras.
Border Collies en Rottweilers met epilepsie hebben nogal eens een ernstige vorm met clusters van aanvallen. Ook zijn de medicijnen minder effectief dan bij andere rassen.
De prognose voor de gemiddelde Border Collies met epilepsie is daarom slechter dan voor de gemiddelde hond met epilepsie.
Bij de Golden Retriever zien we twee groepen met vermoedelijk ieder een eigen vorm van epilepsie: er zijn Golden Retrievers met weinig aanvallen en een goede prognose, maar ook een groep met veel aanvallen. Bij deze groep is epilepsie moeilijk onder controle te krijgen met medicijnen.
Wilt u meer weten, ga dan naar Erfelijke vormen van epilepsie
Prognose van secundaire epilepsie
De prognose van reactieve of symptomatische epilepsie verschilt per dier.
Als een dier krampen heeft ten gevolge van een vergiftiging, dan is herstel vaak mogelijk.
Als een dier epilepsie gekregen heeft nadat hij aangereden is, een hersenbloeding of zuurstof gebrek heeft gehad, dan kan de de epilepsie in de loop van de tijd minder worden.
Ontstekingen in de hersenen kunnen soms effectief worden onderdrukt.
Tumoren kunnen soms effectief worden geopereerd, behandeld met medicijnen of worden bestraald. Hoewel bestralen een kostbaar en intensief traject is, zijn de resultaten bij hersentumoren niet-slecht:
- De helft van de honden die wordt bestraalt voor een hersentumor, leeft nog na 699 dagen.
- Van de honden met een snel groeiende hersenvliestumor die wordt bestraalt, leeft 42% nog na 2 jaar.
- Als de tumor langzaam groeit leeft 92% van de bestraalde honden nog na 2 jaar.
Medisch gezien is er steeds meer mogelijk, uiteraard met behoud van een goed leven voor uw huisdier.
- Statistische gezien heeft een oude hond die voor het eerste epilepsie krijgt een grotere kans op een hersentumor dan een hond tussen de 6 maanden en 5 jaar. Maar bij deze laatste groep komen ook hersentumoren voor en er zijn ook oudere honden die voor het eerst primaire epilepsie krijgen.
- Van de honden die bij de eerste aanval een status epilepticus hebben heeft 60% een hersentumor. 40% heeft primaire epilepsie.
Lees voor meer informatie verder bij Oorzaken van epilepsie