Diarree door een alvleesklierziekte bij de hond (EPI)

Bij honden komen drie alvleesklier-ziekten voor.

  1. De bekendste is suikerziekte. Bij deze ziekte produceert de alvleesklier onvoldoende insuline.
  2. Een tweede ziekte is de alvleesklierontsteking (pancreatitis). Een pijnlijke ontsteking, waarbij de spijsverteringssappen van de alvleesklier de alvleesklier zelf verteren.
  3. De minst vaak voorkomende aandoening van de alvleesklier is de ziekte die we afkorten met de letters EPI. Bij deze ziekte produceert de alvleesklier geen spijsverteringssappen meer.

De alvleesklier ligt tegen de dunne darm aan en produceert spijsverteringssappen
De alvleesklier ligt tegen de dunne darm aan en produceert spijsverteringssappen.

Wat beteken de afkorting EPI?

EPI staat voor Exocriene Pancreas Insufficiëntie

  • Pancreas is de Latijnse naam voor alvleesklier
  • De Exocriene Pancreas is de naam voor het gedeelte van de alvleesklier dat verteringssappen produceert
  • Het woord Insufficiëntie geeft aan dat de hoeveelheid geproduceerde verteringssappen te laag is
  • Het andere gedeelte van de alvleesklier, de endocriene pancreas die de insuline maakt, is niet aangetast. De patiënt met EPI heeft geen suikerziekte

Waarom werkt de alvleesklier niet meer?

De alvleesklier is verdwenen als gevolg van een chronische ontsteking. Het is een ontsteking ten gevolge van een afweerreactie van het lichaam zelf, er komen geen bacteriën en virussen aan te pas.

Van deze ontsteking merken u en uw hond niets.

Honden krijgen pas last van diarree als er bijna geen alvleesklierweefsel meer aanwezig is. Het orgaan kan zich niet meer herstellen.

Uw hond heeft daarom de rest van zijn leven een behandeling nodig.

Wat zijn de verschijnselen van EPI?

  • Grote hoeveelheden ontlasting
  • Grijs gekleurde diarree (de kleur van stopverf)
  • Sterk vermageren
  • Honger, pica (alles opeten wat ze tegenkomen)

Hoe komt de diagnose tot stand?

De diagnose komt voort uit bloedonderzoek. De test heet TLI (trypsin like immunoassay). Als de  gemeten waarde te laag is, is er sprake van EPI.
Als de hond bij bloedafname niet nuchter was, kan de bloeduitslag hoger uitvallen en kan de diagnose worden gemist.

Sommige dierenartsen gebruiken de elastase test. Deze test wordt gedaan op ontlasting. Bij hoge waarden is EPI onwaarschijnlijk. Lage waarden zijn niet-bewijzend voor EPI. Deze test is minder betrouwbaar dat de TLI test.

EPI wordt behandeld met alvleesklierenzymen

  • Deze enzymen zijn te verkrijgen in poedervorm (Zymoral®) en in capsules (Tryplase®). De capsules moeten voor gebruik worden geopend. De inhoud van de capsules is een zelfde soort poeder als de Zymoral®
  • Het poeder moet goed door het eten worden gemengd
  • Bij elke maaltijd en bij elke tussendoortje moet het poeder worden toegevoegd
  • Om te zorgen dat het poeder aan de brokken blijft kleven, moeten brokken bevochtigd worden voordat het poeder er overeen gestrooid wordt
  • Geef een goed verteerbare brok. Vermijd vet eten
  • Verdeel het eten over minimaal 2 porties per dag
  • honden en katten met EPI moeten vaak ook vitamine B12 injecties krijgen.

Wat kunt u van de therapie verwachten?

De meeste symptomen van de ziekte zullen verdwijnen. De diarree verdwijnt (soms pas helemaal na enkele weken), uw hond zal aankomen en er beter uit gaan zien.

Soms worden echter niet alle problemen opgelost.

Vraatzucht
Veel honden blijven de rest van hun leven honger houden. Dit heeft als gevolg dat ze steeds weer zullen proberen voedsel te stelen. Ook buiten weten ze altijd wel wat eetbaars te vinden. Omdat dit voedsel zonder poeder niet verteerd wordt, krijgt uw hond weer diarree. Ook honden die hun eigen ontlasting eten, kunnen dit probleem langere tijd blijven houden. Deze honden moeten daarom aan de lijn worden uitgelaten, desnoods met een muilkorf.

Maagdarmklachten
Sommige dieren kunnen af en toe braken en buikpijn hebben.
Als er binnen 4 weken geen duidelijke verbetering optreedt, adviseren wij contact met ons op te nemen. Soms is kijkonderzoek (endoscopie) noodzakelijk.

Onaangename geur
Sommige eigenaren melden dat de hond onaangenaam gaat ruiken zolang de alvleesklier enzymen worden gegeven. Als dit het geval is, dan wil het soms helpen om te veranderen van merk alvleesklierenzymen, of desnoods over te gaan op verse (rauwe) runder-alvleesklier (één deel op 15 delen hondenvoer, maximaal 3 maanden houdbaar in de diepvries.

Lees verder
Deel deze pagina
LinkedIn
Facebook
Email
WhatsApp
Onze receptionisten staan je graag te woord
Gerelateerde berichten